Vijftien uur per week de 'ui' en 'eu' oefenen
Wat maak je mee als nieuwkomer in Nederland? Door de ogen van Mohannad (39) en zijn gezin volgen we het dagelijks leven van een vluchtelingengezin. Deel 29: op inburgeringscursus in Nijmegen.
En wat is dit?' Docent Jessica Groenestijn wijst op haar tanden. Mohannad kijkt radeloos om zich heen.'Tooth?', probeert hij dan, tegen beter weten in. 'Nee, ik spreek geen Engels', zegt Groenestijn volhardend. 'Tand.' Oh ja.” Twee weken geleden zijn Layla en Mohannad eindelijk aan hun officiële inburgeringstraject begonnen - bijna anderhalf jaar na hun aankomst in Nederland. In een lokaal van de basisschool om de hoek van hun Nijmeegse huurhuis oefenen ze nu vijftien uur per week op de uitspraak van eu-en ui-klanken en proberen ze de soms onlogische Nederlandse woordvolgorde te doorgronden. Waar Mohannad nog zichtbaar worstelt, gaat zijn vrouw Layla als een speer. Het verbaast haar docenten dat er na een kwartiertje uitleg over de klok al niet zo voor de hand liggende constmcties als 'het is vijf voor half zeven' over haar lippen rollen. 'Dit moet je bij de meeste andere cursisten heel vaak herhalen', zegt Groenestijn. En terwijl de rest van het klasje nog in het eerste hoofdstuk zit, heeft Layla de oefeningen in haar werkboek al ingevuld tot ergens halverwege thema 3. 'Het is niet zo moeilijk', zegt ze. Volgens Mohannad komt het doordat Layla beter heeft opgelet tijdens de geïm- proviseerde taalcursus in het asielzoekerscentrum. Zelf had hij daar al snel genoeg van, omdat die lessen te chaotisch waren en ze instroomden in een groep die al verder was in de stof. Maar bij de intake van taalschool Arta bleek --------------------------------------------- |
Hier krijg je vijftien uur per week les. Op andere scholen is dat soms maar twee keer per week twee uurMohannad over zijn inburgeringscursus in Nijmegen
---------------------------------
VERANTWOORDING Mohannad El Jechi (39), zijn vrouw Layla (36) en hun twee kinderen Ziad (10) en Ibrahim (9) kwamen in september 2015 als vluchtelingen naar Nederland. De familie is van Palestijnse origine en woonde eerder in Syrië en Saoedi-Arabië. In november kregen ze een huurhuis toegewezen in Nijmegen. |
dat Layla's leertempo ook gewoon hoger ligt dan dat van haar man. 'Dat is wel grappig', zegt docent Saghar Javid. 'Zij heeft alleen een kappersopleiding, maar zij scoorde in de test hoog op leertempo. Mohannad kwam als gemiddeld uit die test, terwijl hij eigenlijk meer scholing heeft gehad.' Een extra valkuil is dat Mohannad vloeiend Engels spreekt, waardoor er altijd een vluchtroute is als hij in het Neder- lands niet uit zijn woorden komt.. Daarom is Engels tot verboden taal verklaard in de les. In het huidige klasje maakt het niveauverschil niet uit, want er zijn vandaag maar liefst twee docenten en een stagiair beschikbaar voor vier cursisten - naast Mohannad en Layla een duo uit Eritrea. De leerlingen krijgen dus bijna één op één begeleiding. Weer eens iets anders dan alle verhalen over misstanden in de inburgering met overvolle klassen. 'Het komt doordat we net begonnen zijn met deze locatie in Nijmegen', zegt Javid. 'We hopen meer cursisten te werven de komende tijd.' Stichting Arta geeft al langer inburgeringscursussen in Vianen, maar is het aanbod aan het uitbreiden. De organisatie wil zich op de inburgeringsmarkt onderscheiden met een meer sociale aanpak. 'We zijn niet uitsluitend een school. We proberen ook een persoonlijke band op te bouwen met cursisten en alert te zijn op bijvoorbeeld psychische problemen door alles wat ze hebben Mohannad en Layla kwamen bij Arta -------------------------------------------- |
terecht via een tip van een vriend die ze nog kennen uit tentenkamp Heumensoord. 'Hier kiijg je vijftien uur per week les', zegt Mohannad. 'Dat is beter dan op andere scholen, waar de cursus soms maar twee keer per week twee uur is. Al krijg je op die andere school dan misschien wel een gratis laptop," grapt hij. 'Voor veel vluchtelingen is dat belangrijk, maar ik heb liever goede lessen.' Arta probeert het leren praktisch aan te pakken, met bijvoorbeeld een bezoekje aan de supermarkt om de namen van allerlei levensmiddelen te oefenen. Vandaag is het thema lichaamsdelen. De cursisten krijgen de opdracht om uit tijdschriften plaatjes te knippen van voeten, buiken en oren. Die moeten ze op een vel plakken, met de juiste Nederlandse woorden erbij geschreven. Nadir uit Eritrea lijkt wat te worden afgeleid door de plaatjes van knappe modellen in de vrouwenbladen en knipt grijnzend een romp met een gele bikini uit. Mohannad lijmt een plaatje van een snor op zijn papier. 'En hoe noem je dit ook alweer?' Groenestijn wijst op zijn baardje. 'Eh, ondersnor?', gokt Mohannad. Layla is uiteraard als eerste van het groepje klaar en krijgt in de tussentijd de benamingen van duim, wijs- vinger en pink uitgelegd. IJverig noteert ze de woorden, met de Arabische vertaling ernaast. 'In het Arabisch gebruik je al die woorden eigenlijk nooit', zegt Mohannad. 'Wij zeggen gewoon vinger.' Dat is hem voorlopig al ingewikkeld genoeg. Anneke Stoffelen |